top of page

Het bekken is het centrum van het lichaam. Het is het benige gedeelte dat de benen met het bovenlichaam verbindt. Hierdoor heeft het een grote invloed op de houding en manier van bewegen van mensen.

Het bekken bestaat uit drie delen: de linker en de rechter bekkenhelft met aan de voorzijde het schaambot en aan de achterzijde het heiligbeen met onderaan het stuitje. Hiertussen, als een soort hangmat, bevind zich de bekkenbodemspier. Daar kun je meer over lezen onder het kopje “bekkenbodem”.

 

Op de plaats waar de bekkendelen bij elkaar komen zitten drie gewrichten: het schaambeen en aan de achterkant aan beide kanten van het heiligbeen de SI gewrichten.

De botten worden bij elkaar gehouden door de banden en daaroverheen de pezen en spieren (bekken, buik, bil en rugspieren). Samen zorgen ze voor een stevige basis in het lichaam. Dit geheel moet in balans zijn voor een goede functie uitvoering zonder klachten.

 

Het bekken is verschillend bij mannen en vrouwen. Bij vrouwen is de doorgang namelijk breder zodat kinderen kunnen worden gebaard en zij hebben een extra in/uitgang, de vagina.

Het binnendeel van het bekken bestaat uit twee delen:

– het grote bekken. Dit is het bovenste deel van het bekken waar zich een groot deel van de darmen bevinden.

– het kleine bekken. Dit is het onderste deel van het bekken. Bij de man bevind zich daar de blaas, prostaat en endeldarm en natuurlijk ook de bekkenbodem.

 

De functies van het bekken zijn de krachtoverdracht van de wervelkolom naar de benen. Hiervoor is een stabiel bekken nodig. Als de gewrichten en de spieren rond het bekken niet in balans zijn kan dit zorgen voor (vage) pijnklachten in het bekken, de onderrug, de sluit of de bekkenbodem. Je kunt je dus voorstellen dat veel klachten ontstaan vanuit een verkeerde stand van het bekken.

Een andere functie is het dragen van het bovenlichaam.

Tot slot is het beschermen van de organen een belangrijke functie.

Het bekken

bottom of page